Geschiedenis Andalusië

De geschiedenis Andalusie begint bij zijn eerste beschaving met stammen uit Afrika die zich vermengden met Grieken, die vooral het noordoosten van Spanje koloniseerden en Kelten. Rond 500 voor Christus onderwierpen de Tartessus zich dan aan de Carthagers die in Spanje hun greep op dit gebied verstevigden. Later kwamen de Romeinen die het gebied veroverden en Hispania zijn gaan noemen.Andalusië werd zeer rijk door de bloeiende mijnbouw van kostbare metalen en de landbouw, hoofdstad was Corduba (het huidige Córdoba).

In Rome, die voor zijn olijfolie volledig afhankelijk was van Andalusië, kwamen later een aantal senatoren en zelfs keizers voort die uit deze streek afkomstig waren (Trajanus en Hadrianus).

De aftakeling van het Romeinse Rijk bracht Andalusië onder het beheer van de Vandalen die na de verdere desintegratie van het West-Romeinse Rijk emigreerden naar Tunesië.

Andalusië | El Acebuchal - natuurreservaat
Axarquia | Andalusië

Door de tussenkomst van de Arabieren in 710 in een twist onder de Visigoten komt er een ganse periode waarbij de regio “Vandalusië” onder het beheer van de Moren kwam te staan die dit gebied herdoopten tot “Al-Andalus”. Hun beheer (kalifaat) duurde tot 1031 en eindigde na de verovering van Córdoba in 1236 en de val van Sevilla in 1248. De Moren werden volledig verdrongen wanneer Castilië en Aragon in 1479 verenigd werden door het huwelijk van Ferdinand van Aragón met Isabella van Castillië en de laatste Moorse vesting, het Koninkrijk Granada, veroverd werd op de Moor Boabdil (Reconquista). Hiermee kwam een einde aan bijna 8 eeuwen Moors Andalusië.

De gouden eeuwen voor Andalusië breken aan. Columbus (1492) gebruikte Andalusië als uitvalsbasis naar de Nieuwe Wereld en de rijkdommen kwamen meestal toe aan Sevilla dat steenrijk werd. Het Spaans dat in Latijns-Amerika wordt gesproken is afkomstig van het Andalusische dialect van het Spaans. Vandaag treffen we nog steeds de Moorse architectuur volop aan in Andalusië, het laatste bolwerk van de Moren. Bekendste overblijfselen zijn het Alhambra in Granada, de moskee in Córdoba en de torens Torre del Oro en Giralda in Sevilla.