De eerste 10 kilometer naar Arenas vanuit de provinciestad Velez-Malaga kun je gerust spectaculair noemen. De weg leidt dwars door een steile bergketen die, hoewel vlak achter de kust, van de bewoonde wereld lijkt afgesloten. Arenas is een typisch Andalusisch dorpje waar de moderniteit haar intrede nog niet heeft gedaan. Het dorp is lokaal bekend om zijn jaarlijkse féria de la mula. Tijdens deze markt maken tientallen ezels, muilezels en muildieren uit de verre omtrek hun opwachting op het waarschijnlijke enige vlakke stuk grond dat ze in dit steil berggebied konden vinden. Wat Mudéjar architectuur betreft is vooral de 16de eeuwse kerk van Santa Catalina – de patroonsheilige die van 12 tot 14 augustus wordt gevierd – een bezoekje waard. Zoals bij vele mudéjar-kerken was dit ooit een moskee en werd de schitterend gedecoreerde vierkante torenspits bewaard.
Arenas ligt op 44 km van Malaga en zo’n 13 km van de kust (Torre del Mar) op een hoogte van 416m. Het aantal inwoners bedraagt zo’n 1.425.
Je kunt er een aantal jaarlijkse feesten beleven waaronder “het feest van de muilezel” op 12 oktober. Deze dieren waren tot voor een paar decennia het transportmiddel tussen Malaga kust en het achterland tot Granada. De steile bergpaadjes van de Tejeda bergen waren voor deze dieren geen probleem. Arenas, die een muilezel verzamelpunt was, lag op een strategische plaats tussen de verschillende routes. Hier vonden ruilhandel van muildieren plaats en konden de handelaars zich verfrissen en hun sociale contacten onderhouden.
Ruïnes van Bentomiz (Moors kasteel dat over een Romeinse site werd gebouwd). Dit kasteel speelde een grote defensieve rol tijdens de Moorse bezetting en werd gebruikt als schuiloord om de Katholieke aanvallen in 1483 af te slaan. In 1487 kampeerde de katholieke Fernando nabij Arenas waardoor het de bijnaam “Arenas del Rey” kreeg. Het Bentomiz kasteel gaf zich over aan Fernando en dit leidde tot de val van Velez-Malaga en de ganse regio op 27 april 1487 ondanks de verwoedde pogingen van de Moorse koning in Granada “El Zagal”. Het kasteel heeft nog Moorse torens, muren en ondergrondse kamers.
De Moorse origines van het dorp zijn overduidelijk in de smalle, bochtige straatjes. Er bevindt zich eveneens een oude olijvenmolen en een muurversiering in keramiek van Virgilio Gonzalez aan de inkom van Arenas.
Het kleine centrum van Arenas beschikt over smalle straatjes, pleintjes en hoeken allen versierd met bloemen en potbloemen.
Arenas bestaat uit 3 delen : Barrio Alto, stadscentrum en Barrio Bajo.
Barrio Alto
Dit dorpsdeel wordt vooral bewoond door kunstenaars, ceramisten en ijzersmeden.
Stadscentrum
Hier leeft de meer gegoede Areneros en bevindt zich eveneens het stadshuis en het plein met zijn 16de eeuwse kerkmoskee van “Santa Catalina” die bovenop de ruïnes van de 12de eeuwse moskee werd gebouwd.
Barrio Bajo
Hier leven de meer bescheiden inwoners van Arena (Areneros).
Van elk van deze 3 punten kan men de Bentomiz heuvel met zijn oud fort zien. De top kan worden bereikt per muilezel of te voet. Van bovenaf kan men de kustlijn en de Noord-Afrikaanse Rifheuvels zien bij klaar en helder weer.
Op het grondgebied van Arenas vind je eveneens de gehuchten Los Vados of dorpjes als Daimalos waar excellente lokale kwaliteitswijnen worden verbouwd. In Daimalos vind je nog een Moorse fontein en een minaret die tot de oudste van de Merini periode behoort.
Arenas heeft ook 2 populaire wandelroutes, eentje leidt tot de Bentomiz heuvel en de andere tot de Cerro Alto naast de Salares rivier.